Met een grote dienblad eten liep Cassandra rustig richting de werkkamer van haar broer. Hij was de laatste bijna nooit meer in de keuken en Cas maakte zich zorgen om hem. Dus had ze besloten als Cervius niet naar het voedsel kwam, zou het voedsel naar hem komen. Want ze moest wel voor zorgen dat haar broer gezond bleef zodat hij zijn taken nog kon doen. Toen ze bij de grote deur van zijn werkkamer kwam, deed ze die meteen open en stapte naar binnen ‘Broer, ik heb wat eten voor je meegenomen!’ Terwijl haar donkere ogen rond keek hoorde ze geen antwoord. En zo te zien was er ook niemand in de kamer. Met een zucht liep ze naar de grote tafel en plofte daar neer op een grote stoel ‘Cer, als je nu niet komt eet ik alles alleen op!’ Nog steeds geen geluid. Cassandra vernauwde haar ogen, stond op en begon rond te snuffelen. Hij was er wel vanochtend, zijn geur was niet zo heel oud.... Waar zou die heen zijn gegaan? Moest hij soms nodig naar de wc? Of was hij even naar buiten om zijn hoofd te legen van al dat papier zooi? Met een diepe zucht legde Cas het dienblad op Cer’s hoofd tafel, ze plofte in zijn stoel en nam een pootje ‘Nou Cervius, je bent er niet, dus heb ik meer eten.’ Terwijl ze ontspannen op zijn stoel zat, met haar voeten op de tafel (waar geen papier lag) op haar pootje knabbelde, luisterde ze met gesloten ogen naar de geluiden om zich heen.
(Zephyr)