Vermoeid slofte hij door wat dichtbegroeide struiken. Zijn hand voor zijn ogen, waarmee hij de taken voor zijn gezicht wegduwde. Eenmaal uit de bosjes, en op vlakke grond, keek hij rond. Daar. Zijn blik vestigde zich op een lichaam, omringd door bloed. Zijn ogen werden voor een fractie van een seconden groot, voor zijn blik zich weer verharde. Met langzame voetstappen en gebogen rug liep hij naar de persoon toe, liet zich op een knie zakken en staarde de man aan die hem met een zwakke blik aankeek. Levi pakte de hand van de man stevig met zijn eigen hand vast "Het komt goed. De pijn zal binnenkort verdwijnen." Hij behield ondertussen zijn harde blik. "Zonder jou was het ons niet gelukt." Hij voelde hoe de man zijn grip verslapte, en voelde zachtjes zijn pols, voordat hij zijn hand langzaam losliet en zacht zuchtte. Levi keek pas op toen er voetstappen aankwamen. Hij keek naar twee mannen, stond op en knikte lichtjes terwijl hij zwijgend toekeek hoe de twee de dode meenamen. Hij keek naar zijn twee zwaarden, gromde door het bloed wat aan zijn handen en de zwaarden zat en zuchtte. Langzaam begon hij weer te lopen, keek rond voor hij vermoeid door zijn benen zakte en tegen een boom aan ging zitten. Hij greep voor een flesje water aan zijn broek, opende het en gooide wat op zijn handen waarmee hij ze schoonmaakte. Hij wreef ze schoon aan het gras, leunde zijn hoofd tegen de stam van de boom achter zich en staarde naar de lucht voor hij zijn zwaarden naast zich neerlegde en wat verband tevoorschijn haalde. Hij opende zijn shirt, deed het uit en begon het witte verband rond zijn schouder en bovenarm te wikkelen. Na wat moeite te hebben gedaan om er een knoop in te krijgen liet hij zich weer vermoeid tegen de boom leunen. Wat verlangde hij nu naar een goede nachtrust...