Vanuit de besneeuwde bergpassen ploeterde een eenzame gedaante door de sneeuw. Al deed de kou hem weinig wist de vampier toch echt wel aan zijn grote zwarte raaf hoe koud het geweest moest zijn. Het dier kroop zeldenn diep weg in zijn mantel, alleen als de raaf met de naam Raven het echt niet meer uithield in zijn vederkleed. Dook het dier bij hem onder de mantel. Lucien wist dat men hem niet altijd kon volgen met hun ogen, want hij droeg een speciale mantel die hijzelf inelkaar gezet had. De wit/grijze/zwart gevlekte kant van de mantel liet Lucien zo nu en dan verschijnen en meteen weer verdrijnen. De binnenkant was goed voor een groen bos, hoog gras of donkere en minder donkere schaduw plaatsten. Raven stak zijn kop op en kneep zachtjes in Lucien zijn schouder. Lucien begreep dat ze aan de voet van de bergen moesten zijn gekomen en knikte zachtjes. Het landschap veranderde rustig aan en ging over in een heuvelachtig . Raven stak zijn kop weer terug onder zijn vleugel. Tussen de heuvels door slingerde. Lucien stapte rustig door tot dat Raven zijn kop opnieuw tussen zijn veren uit trok en opnieuw zachtje kraste. Lucien had het ook gevoelt. Iets kwam hun kant op, maar wie?
(Open)