Zachtjes klonk de echo van rinkelende goud stukken en edelstenen. Voor zo ver hij wist was er niemand zo gek op al dat gefonkel en geglinster als hijzelf. De demon draaide zich nog eens lekker om in zijn verzamelde buit. Dat goed verborgen achter een spiegel was. Het was niet zomaar een spiegel, maar een portal. Als je de juiste combinatie aan edelstenen teder streelde zwaaide de spiegel open als een deur en keerde weer terug op zijn plaatst als de meester dat beveelde. Zabur kon er geen genoeg van krijgen. De schat die hier lag was een kwart van de schat die hij ooit in Arabi“e genoten had. Dat land stikte van het goud en andere kostbaar heden, maar door laksheid hadden ze zijn half uit gewiste voetsporen in het zand kunnen volgen. Zabur gaf zo nu en dan ook wat geld uit, maar hij was zeer zuinig. Fabel gromde en met veel tegenzin stond Zabur op en klopte de munten en juwelen die aan hem bleven plakken van zich af. ‘Ja, ja. We gaan weer op pad. Misschien vinden we wel iets kostbaars.‘ zei hij rustig en liep de uit steen gehouwen trap op. Daarna raakte Zabur bij het naar buitenkomen van zijn schatkamer de spiegel aan. Het ding trilde en zwaaide weer terug op zijn plaatst. Fabel had honger dat wist Zabur wel, maar had ze hem laten liggen was hij vast in slaap gevallen. Dat gebeurde wel vaker. Tijdens zijn omzwervingen door Afrika had hij een leeuwen kitten gevonden. Moederziel alleen en hongerig.. Zabur had haar eerst willen doden, maar ze deed hem aan zichzelf denken en de demon nam haar met zich mee. Nu was ze zijn bewaker buiten, binnen en alarm wanneer Zabur zich in zijn schatkamer bevond. Na de voordeur op slot gedaan te hebben veanderde hij zich in zijn demonen vorm en rende samen met Fabel door het demonen gebied richting de vampier terretoria. Hier zwierf nooit veel groot wild, misschien wel bij de vampiers?
(Open)